Boekscout Auteursblog - verhalen van en door auteurs
Om over na te denken (steun uit onverwachte hoek)
Lang nadat mijn boek was geschreven en verschenen, ontdekte ik in een oud nummer van een Amerikaans tijdschrift een bondig artikel dat een uitstekende indruk geeft van het misbruik van Bijbelteksten, dat er in bepaalde kringen wordt gemaakt. Ik heb het artikel in het Nederlands vertaald en laat het (met toestemming van de oorspronkelijke uitgever) hieronder volgen. De Britse Lord die dit stukje heeft geschreven slaat de spijker op de kop en zegt in enkele woorden precies hetzelfde wat ik (met veel meer woorden) in twee hoofdstukken van mijn boek naar voren heb gebracht.OM OVER NA TE DENKENNiet alles in Bijbelteksten kan rechttoe-rechtaan worden geïnterpreteerd. De schrijvers van het Nieuwe Testament waren (met Lukas als enig mogelijke uitzondering) Joden uit de eerste eeuw. Wanneer Jezus zei, dat “al deze dingen”, Zijn wederkomst incluis, “dit geslacht” zouden treffen (Matth. 24:34), moet er met het woord “geslacht” zorgvuldig worden omgegaan. Voor Amerikanen in de twintigste eeuw betekent het woord “geslacht”: een generatie, een periode van ongeveer veertig jaar. Maar is dat wat het woord steevast betekent in de Bijbel?De Bijbel zegt, dat “God is bij het geslacht van de rechtvaardige” (Psa. 14:5). “Een periode van veertig jaar” past niet in dit tekstverband. Dan zou het psalmwoord zijn betekenis verliezen. Zij wiens handen en harten rein zijn, vormen “het geslacht” van hen die Gods aangezicht zoeken (Psa. 24:6). De slechte “vaders” van Israël waren “een opstandige en ongehoorzame generatie, een generatie die zijn hart niet richtte op God” (Psa. 78:8). “Er is een generatie die zijn vader vervloekt en zijn moeder niet zegent” (Spr. 30:11). Maar “generatie” betekent hier niet: de mensen die leven als tijdgenoten gedurende een tijdperk van zo’n veertig jaar.Wat we ontdekken is dat het woord “geslacht” (of “generatie”) een morele betekenis heeft. “Generatie” betekent in dat geval: een klasse van mensen die gekenmerkt wordt door een bepaalde zedelijke of geestelijke deugd of gebrek. Wanneer Jezus zei, dat “dit geslacht geenszins zou voorbijgaan voordat al deze dingen waren gebeurd”, dacht Hij aan de hele periode van de menselijke geschiedenis en samenleving tussen Zijn eerste en Zijn tweede komst, een tijdperk dat zou worden gekenmerkt door opstand tegen God. De “tegenwoordige boze eeuw” (Gal. 1:4) kan worden aangeduid als een “geslacht” omdat ze bestaat uit mensen die dezelfde kwade neiging hebben. Jezus zei niet dat de gebeurtenissen uit Zijn toekomstrede op de Olijfberg binnen veertig jaar voltooid zouden zijn!Erop te staan dat Jezus meende dat de wederkomst (parousia) zou plaatsvinden binnen veertig jaar leidt tot twee mogelijke uitkomsten, die evenzeer onhoudbaar zijn: 1) Jezus had het mis. 2) De wederkomst vond plaats in het jaar 70! Beide blunders kunnen worden vermeden indien we letten op de betekenis van woorden in hun Hebreeuwse context. In een land waar de studie van klassieke en vreemde talen in het onderwijs niet langer een hoge prioriteit heeft, is er des te meer reden om beducht te zijn voor oppervlakkige uitspraken over de betekenis van Bijbelwoorden. Het uitgebreid raadplegen van taalkundige lexica van Bijbelse uitdrukkingen mag niet worden overgeslagen. Ook tijdschriften gewijd aan Bijbeluitleg en gedetailleerde commentaren mogen niet ontbreken in de “gereedschapskist” van wie de Bijbel willen begrijpen. Theologische bibliotheken zijn er in alle grote steden wel te vinden. Nog een waarschuwing. Wanneer wij een persoon of personen aanduiden als “u”, dan vatten we zulke personen natuurlijk op als levende tijdgenoten van ons. Maar merk op hoe Jezus anders denkt. Sprekend tegen de godsdienstige gevestigde orde van Zijn tijd, zei Jezus: “Alle rechtvaardige bloed dat op de aarde is vergoten, komt over u: van het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia, de zoon van Barachia, die u hebt vermoord tussen het tempelhuis en het altaar” (Matth. 23:35). Maar deze Farizeeën die voor Jezus stonden waren niet persoonlijk verantwoordelijk voor de dood van de profeet die in 2 Kronieken wordt vermeld, want hij leefde en stierf vele eeuwen eerder. Jezus gebruikt het voornaamwoord “u” op Zijn eigen bijzondere, Hebreeuwse manier, om een groep mensen in te sluiten die gedurende een lang tijdperk leefden maar hetzelfde boze karakter gemeen hadden.Zulk “groepsdenken” verklaart ook, waarom Jezus de apostelen opdracht gaf om de wereld in te gaan en het evangelie van het Koninkrijk te prediken tot aan de voleinding van de eeuw (Matth. 28:19,20). “Ik ben met u” verklaarde Jezus. Toch zijn de mensen die Hem hoorden spreken allang gestorven, en de voleinding van de eeuw is nog niet gekomen. Het woord “u” plaatst de apostelen en alle discipelen die er na hen zouden komen in één enkel gezelschap van evangelisten. Samen worden ze bekeken in “solidariteit” met elkaar, hoewel ze niet allemaal tegelijk leefden. De grote opdracht zal pas eindigen wanneer Jezus terugkomt. Tot aan het einde van de eeuw (niet “wereld”, zoals ten onrechte in de King James vertaling staat), belooft Jezus dat Hij zal zijn bij allen die in de wereld het evangelie verkondigen zoals Jezus dat verkondigde – het evangelie van het Koninkrijk van God, het favoriete onderwerp van Jezus.Sir Anthony F Buzzard, in: Focus on the Kingdom, Volume 1, No. 5, p.7, February 1999.
Reacties na het verschijnen van mijn boek
Op de dag waarop mijn boek verscheen, reageerden meerdere mensen onmiddellijk. Ze mailden mij en zeiden dat ze het meteen in hun webshop hadden geplaatst, of op hun website een kopie van de promotiemailing van de uitgever hadden gezet. Dat was een blijk van vertrouwen, want op dat moment hadden ze van de inhoud van het boek nog geen kennis kunnen nemen. Ze waren geïnteresseerd omdat ze eerdere boeken van mij hadden gelezen (over gelijkenissen uit het Mattheüs- en Lukas-evangelie). Binnen één dag was mijn nieuwe boek daarom niet alleen op de webshops van de uitgever, van diverse boekhandels en van bol.com, maar ook op vele andere sites te zien.Een vriend uit de Randstad schreef: "Zojuist een mail ontvangen met het bericht dat je boek gereed is en besteld kan worden!... Dat het z'n weg maar mag vinden naar velen die hierover vragen hebben. Ik ga het direct bestellen en zodra ik 't binnen heb kun je een blog hierover op mijn site verwachten. Ik waardeer je degelijkheid, gelovige houding t.a.v. de Schrift en intelligente benadering daarvan buitengewoon!" Na enkele weken verscheen er inderdaad een lovende recensie op het web. Die is op het volgende adres te vinden: https://goedbericht.nl/de-wederkomst-een-gepasseerd-station/Een persoon uit Alkmaar schreef: "Ik heb gisteren je boek ontvangen en het in één adem uitgelezen. Ik vind het geweldig en ga het massaal aanprijzen. Ik zou het in mijn eigen boekentafel willen opnemen die ik meeneem als ik ergens spreek... je hebt uitstekend werk verricht". Deze persoon heeft 10 exemplaren van mijn boek besteld om die te gaan verspreiden.Ook van een lezer uit het Deltagebied kreeg ik een lovende reactie. Hij mailde: "Ik heb het boek besteld, ontvangen en al voor een groot deel gelezen. Erg interessant. Ik wist niet dat preterisme zo actueel is! Wat goed dat u dit boek uitgeeft! Een prachtig werk om preterisme te weerleggen. De Bijbel staat vol van beloften waar de aarde bij betrokken is. Waarom zou men dat weg willen redeneren, vraag ik me af. Heel mooi vind ik uw uitleg over de oordeelsdag die duizend jaar duurt. Helemaal mee eens!"Naast vele lovende reacties ontving ik ook een merkwaardige respons, die ik u niet wil onthouden. Omdat ik in mijn boek de opvattingen van Nederlandse schrijvers bespreek die het preterisme uitdragen, heb ik al deze schrijvers (voor zover ik hen kon bereiken) op de hoogte gesteld van de verschijning van mijn boek. Eén van hen liet me via e-mail weten, dat zijn visie op de Heilige Schrift totaal verschilt van de mijne. Hij schreef letterlijk: “De Bijbel vormt in mijn ogen een afgerond geheel en genoot hooguit nog enkele jaren na voltooiing van de laatste geschriften een bepaalde mate van geldigheid”. In mijn boek is een paragraaf opgenomen, die ik afsluit met de volgende woorden: "Voor een consistente preterist, die meent dat alle profetieën in de eerste eeuw zijn vervuld, is het Nieuwe Testament goeddeels achterhaald. Aansporingen die verband houden met de komst van Christus zijn niet meer van toepassing, wanneer Hij is gekomen". Enkele regels eerder had ik gezegd: "Wie het denkbeeld aanvaardt dat alle profetieën in het jaar 70 zijn vervuld en het Nieuwe Testament door deze bril begint te lezen, zal ontdekken dat dit woord 'voortwoekert als de kanker' (2 Tim. 2:16-17) en geen enkele Bijbelse opdracht of belofte onaangetast laat". Toen ik deze regels opschreef, dacht ik: "Kan ik dit wel zeggen, is dit oordeel niet te hard?" Maar door de reactie van deze Nederlandse schrijver werd ik bevestigd in mijn oordeel. Voor consistente preteristen is de hele Schrift in de tegenwoordige tijd niet langer geldig!
Ambassadeur van je eigen boek?
Op de website van Boekscout is de volgende stichtelijke tekst te vinden: "Je wilt natuurlijk dat straks iedereen je boek gaat lezen. Hoe meer mensen weten dat het gaat verschijnen, des te groter is die kans... Als auteur... heb jij ... de taak om zoveel mogelijk mensen voor je boek te interesseren. Dat doe je door ons een lijst te geven met minimaal 40 e-mailadressen... Zij krijgen dan op de dag van verschijning een promotiemailing toegestuurd over jouw boek".Tegen die taak zag ik eerlijk gezegd op. Want mijn familie is klein en binnen mijn vriendenkring is bijna niemand in mijn boek geïnteresseerd. Om e-mail adressen in de lijst te kunnen opnemen, moest ik de betrokkenen aanschrijven, hen over mijn boek vertellen en hen om schriftelijke toestemming vragen. De opdracht van Boekscout betekende dat ik een groot aantal onbekenden moest benaderen en bij hen reclame moest gaan maken. Ik verwachtte daar weinig van. Ongewenste e-mails verdwijnen meestal immers direct in de prullenbak. Om aan mijn verplichting te kunnen voldoen, besloot ik van de volgende strategie gebruik te maken: 1. Op grond van de inhoud van mijn boek stelde ik een lijst van trefwoorden samen, en ik ging op zoek naar websites of weblogs waar de onderwerpen uit die lijst werden besproken. 2. Door van een groot aantal synoniemen en combinaties van trefwoorden gebruik te maken ontdekte ik, dat er in Nederland en België veel sites bestaan die verband houden met het onderwerp van mijn boek. Ook ontdekte ik, dat predikanten, evangelisten, beheerders van nieuwssites en programmamakers zich met dat onderwerp hebben bezig gehouden.3. Ik besloot om zulke mensen te gaan aanschrijven: niet via een standaard mailtje, maar door hen een persoonlijk bericht te sturen waarin ik uitlegde waarom mijn binnenkort te verschijnen boek voor hen van belang zou kunnen zijn. Dat bracht een hoop werk met zich mee, maar het leek me de meest fatsoenlijke manier om hen te benaderen.4. Tot mijn verbazing kreeg ik van 90% van mijn "slachtoffers" antwoord, en in zeker 80% van de gevallen was dat een bijzonder vriendelijk antwoord! Velen reageerden zelfs heel enthousiast. Ze stuurden me (ongevraagd) allerlei informatie, in een aantal gevallen zelfs hele boeken (zowel in elektronische als in gedrukte vorm). Anderen brachten me (ongevraagd) in contact met andere geïnteresseerden. En met oude kennissen die ik zeker 40 of 45 jaar niet meer had gesproken, raakte ik opnieuw in gesprek.5. Op grond van de informatie die ik ontving heb ik de tekst van mijn boek op het laatste moment nog kunnen aanvullen. En uiteindelijk verzamelde ik meer dan 140 e-mail adressen. Als ik verzoeken om present-exemplaren, interviews, enzovoort meetel waren het zelfs meer dan 150 adressen. Kortom, deze taak is me meegevallen. Ik heb er een heleboel nieuwe kennissen door gekregen!
Mijn ervaringen in uitgeversland
Toen ik mijn manuscript had voltooid (en meerdere mensen het hadden gelezen), raadden sommige lezers me aan om het te laten uitgeven. Met wetenschappelijke uitgaven heb ik al meer dan vijftig (!) jaar ervaring (mijn eerste artikel werd namelijk gepubliceerd in 1969), maar met het uitgeven van boeken over de Bijbel is mijn ervaring beperkt. In het verleden heb ik drie christelijke boeken vanuit het Duits of het Engels in het Nederlands vertaald en die vertalingen zijn op verschillende plaatsen uitgegeven. Ook zijn er in 2017 en 2018 twee boeken van mij verschenen, over gelijkenissen in het Mattheüs- en Lukasevangelie.Ik besloot om in eerste instantie de bekende weg te volgen, en stuurde mijn tekst naar een bevriende uitgever. Van hem kreeg ik een positieve reactie. Hij schreef: "Je bent grondig te werk gegaan en komt beslagen ten ijs. Het boek is apologetisch van karakter en je bent er goed in geslaagd het preterisme te weerleggen. Toch lijkt het ons dat het beter bij een andere uitgever past... Het preterisme is binnen onze ‘achterban’ niet zo’n issue... Ook sluit jouw boek niet helemaal aan bij onze eerdere uitgaven... We denken dat het bij een uitgever die meer in de reformatorische hoek zit, beter tot z’n recht komt".Naar aanleiding van andere dingen die hij zei, nam ik het besluit om de tekst op een aantal punten te herzien, en ik stuurde de nieuwe versie naar een uitgever in Noord-Nederland. Die reageerde bot, zijn reactie was: "Waarom val je me hiermee lastig?" Bij navraag bleek, dat hij al meerdere boeken over de christelijke toekomstverwachting op stapel had staan, en het niet zag zitten om over dat onderwerp nog meer titels in zijn fonds op te nemen. Daarvoor had ik alle begrip.Een beetje teleurgesteld was ik toch wel, want ik had mijn uiterste best gedaan om de tekst te verbeteren, en proeflezers waren over een eerdere versie al enthousiast geweest. Gedurende een week of wat was ik terneergeslagen en geneigd om de moed op te geven. Maar mijn wortels liggen in het Deltagebied (om precies te zijn: op Goeree-Overflakkee) en ik ben dus koppig en vasthoudend van aard. Kleine uitgevers geen interesse? "Dan maar naar een grote", dacht ik, en ik stuurde het stuk naar Kok Boekencentrum.Tot mijn verbazing kreeg ik na enige tijd een positieve reactie. De Utrechtse uitgever schreef: "Met veel belangstelling heb ik uw argumenten tegen preteristen gelezen. Ik merk dat u goed thuis bent in de Bijbel en u weet helder te schrijven... Wij verwachten helaas dat de doelgroep te klein is om het boek te kunnen laten drukken. Omdat we onder de indruk zijn van deze studie, willen wij u de mogelijkheid bieden om het boek uit te geven in samenwerking met Uitgeverij Boekscout, volgens een publish-on-demand principe. Boekscout wordt dan uw uitgever en Kok Boekencentrum introduceert uw boek op de markt".Zo kwam ik uiteindelijk bij de (voor mij onbekende) uitgever Boekencentrum-Boekscout (Bc.bs) terecht. En dat bleek een prima adres te zijn. Zowel het persoonlijk contact met de medewerkers in Soest als de verwerking van het manuscript verliepen uiterst professioneel en prettig. Het elektronische systeem om contact met de auteur te onderhouden werkt ook vlekkeloos. Lof voor de ICT mensen achter de schermen - sommige wetenschappelijke uitgevers kunnen er een voorbeeld aan nemen!
Hoe ik tot het schrijven van mijn boek gekomen ben
Jaren geleden bezocht ik in ons dorp een dienst ter gelegenheid van een huwelijksjubileum. Na afloop van die bijeenkomst raakte ik met kerkgangers in gesprek. Zij waren enthousiast over een boek dat iemand uit hun gemeente over de "Openbaring aan Johannes" had geschreven. Volgens hen wierp dat boek veel licht op dit raadselachtige slot van het Nieuwe Testament. Toen ik de pennenvrucht van mijn dorpsgenoot in een plaatselijke bibliotheek inzag, bleek erin te staan dat bijna alles wat Johannes zag al heeft plaatsgevonden. Het "duizendjarig rijk" uit Openbaring 20 zou zijn begonnen in het jaar 70. Met die opvatting was ik het oneens, en ik dacht: "Dit is waarschijnlijk de buitenissige visie van een enkeling." In de maanden die volgden, bleek, dat ik me daarin had vergist. Vooral in Amerika bleken er heel wat mensen te zijn die er dezelfde mening op nahielden als mijn dorpsgenoot. Op tientallen websites werd deze visie uitgedragen. Sommige auteurs gingen zelfs nog verder. Ze beweerden dat ALLE profetieën van de Bijbel waren vervuld vóór het eind van het jaar 70. "Nou moet het niet gekker worden", dacht ik.Toen gebeurde er iets, dat mij compleet verraste. Plotseling doken er ook in Nederland allerlei websites op, die predikten dat Christus in het jaar 70 was verschenen en dat alle profetieën van de Bijbel al waren vervuld. Ik was buitengewoon verbaasd, toen ik ontdekte dat een man die vijf van zulke websites onderhoudt... twee kilometer van mij af woont en op allerlei plaatsen in ons land lezingen geeft. Ik bekeek video’s van zijn toespraken op internet en ik was verbijsterd. Niet alleen door wat hij zei en door de manier waarop hij het zei, maar vooral door de reactie van zijn publiek. Een stampvolle zaal juichte hem toe, gaf hem een daverend applaus en omhelsde zijn boodschap als een verlossend evangelie.Mijn eigen reactie was volstrekt anders. Wat ik hoorde, stemde mij intens droevig. Het beangstigde en benauwde me, zoals politieke propaganda een mens kan beangstigen en benauwen. Het schokte me en deed me pijn, maar ik begreep die gevoelens niet. Als ik bij de bijeenkomst aanwezig was geweest, zou ik de zaal zijn uit gevlucht. Ik besloot om de denkbeelden van de spreker (en van de stroming die hij vertegenwoordigt) in kaart te brengen en die te toetsen aan de Bijbel. Mijn eindrapport (na jaren van onderzoek en aandachtig luisteren) is het boek dat binnenkort onder het samenwerkingsimprint bc.bs van Boekencentrum Uitgevers en uitgeverij Boekscout zal verschijnen. Mijn bedoeling met dit boek is niet om bepaalde christenen te verketteren, maar om gelovigen bewust te maken van wat God met betrekking tot Zijn schepping heeft voorzegd, en door Zijn Zoon zal realiseren.